Wat willen we bereiken
Met de transformatie willen we de beweging maken van zware gespecialiseerde jeugdhulp naar meer gebruik maken van eigen kracht en eigen netwerk, inzet van preventie en lichte, gerichte jeugdhulp dichtbij. Uit de analyse jeugdhulp 2015/2016 blijkt dat we deze beweging ook maken. De rijksbezuinigingen op ons jeugdbudget zijn echter zeer fors (18% per 2018). Hierdoor daalt ons jeugdbudget zo snel en fors dat dit een financieel gat geeft tussen budget en daadwerkelijke uitgaven. Enerzijds is er voor regionale jeugdhulp veel geld nodig, omdat de vraag naar specialistische hulp nog steeds groot is. Anderzijds moeten lokaal de voorzieningen worden versterkt, om te kunnen voldoen aan de grote vraag en het bieden van hulp aan gezinnen die nu eerder vanuit specialistische hulp weer worden overgedragen naar lokale voorzieningen. Hierdoor zullen de komende jaren nog extra middelen nodig zijn voor jeugdhulp en zal voor deze incidentele kosten een beroep worden gedaan op de reserve sociaal domein. In Nissewaard nemen we verschillende maatregelen om dit om te buigen. Het geheel overziend is dit een extra stimulans om te transformeren. Wat we in Nissewaard zien, wordt ook landelijk teruggezien. Dit blijkt uit het rapport van AEF (april 2017) naar de gemaakte quickscan 'naar gemeenten met financiële tekorten'. Hierin staat dat als overkoepelend knelpunt voor deze gemeenten geldt 'dat de omvang en het tempo van de veranderopgave te hoog lijken te zijn'.    

• In 2018 hebben alle professionals in de uitvoering hard gewerkt om de gezinnen die dit nodig hebben de juiste hulp op het juiste moment te geven.
• In samenwerking met onze partners hebben we de verbinding van het JOT met het lokale netwerk verder versterkt. Dat betekent bijvoorbeeld dat we in gesprek zijn met de samenwerkingsverbanden over de koppeling tussen passend onderwijs en jeugdhulp. We willen we samen focus aanbrengen in de transformatie, zodat we beter de effecten van onze initiatieven kunnen meten. Dat doen we door op wijkniveau informatie te delen en de selectieve preventie te versterken.
• We zijn blij met de nieuwe strategische ontwikkelagenda voor de jeugdgezondheidszorg, omdat dit ons kansen biedt om lokaal de selectieve preventie verder uit te breiden.
• Met de pilot POH GGZ jeugd lopen we voorop in de regio. Het aantal huisartsen dat meedoet is nu al rond de 90% en er worden steeds meer gezinnen begeleid. Dit draagt bij aan onze wens om preventiever te werken aan het oplossen van gezinsproblemen.  
• Het jongerenwerk (JOZ) komt op meerdere scholen in Nissewaard, voornamelijk in het voortgezet onderwijs maar ook op basisscholen. JOZ komt op enkele scholen structureel en daarnaast bezoekt zij scholen n.a.v. casussen of incidenten. Zo creëert JOZ een laagdrempelige insteek naar de jongeren om met hen in contact te zijn en te blijven. We weten zo wat er onder jongeren speelt, wat individuele signalen zijn en waar groepen behoefte aan hebben. Aangezien scholen een belangrijke vindplek zijn, zijn we daar aanwezig om eerste signalen op te pakken. Zo hebben we jongeren in beeld en kunnen we acteren op signalen.
• Ontwikkelpunt blijft de positionering van het JOT in het lokale netwerk. Door hier in 2019 de focus op te leggen willen we een nieuw evenwicht bereiken in het op- en afschalen van jeugdhulp. Hiervoor is een investering in selectieve preventie nodig.
• De JOT's waren dankzij een introductiecursus startklaar voor de invoering van resultaatbekostiging en we hebben de administratie anders ingericht om de omslag naar het verdelen van arrangementen te vergemakkelijken. Voorlopig blijft rol van lokale opdrachtgever voor de specialistische jeugdhulp wel een ontwikkelpunt. Dit pakken we in 2019 aan met onder andere een cursus casusregie voor alle medewerkers van de JOT's.
• Onze investeringen in preventie en samenwerking met het lokale netwerk voor jeugdigen hebben er nog niet toe geleid dat er een trendbreuk in de kosten is ontstaan. De druk op het specialistische zorggebruik blijft vooralsnog groot.

Wat heeft het gekost?