Jaarstukken 2018

Financiering

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een grens aan de korte financiering die gemeenten hanteren voor de financiering van lopende uitgaven om tijdelijke liquiditeitstekorten op te vangen. Bij de huidige rentestanden is het de vraag of er wel sprake is van een risico. De grens is gesteld op een bedrag ter grootte van een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting  van de gemeente, met een minimum van € 300.000.

In het overzicht hieronder wordt per kwartaal de ruimte of overschrijding van de kasgeldlimiet in beeld gebracht.

 Kasgeldlimiet (kwartalen 2018)

Methode
berekening

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Omvang begroting per 1 januari 2018

260,8

260,8

260,8

260,8

In procenten van de grondslag

8,50

8,50

8,50

8,50

1

Toegestane kasgeldlimiet in bedragen

22,2

22,2

22,2

22,2

Opgenomen gelden < 1 jaar

35,0

35,0

33,5

33,3

Schuld in rekening-courant

0,0

0,0

0,0

0,0

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0,0

0,0

0,0

0,0

Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

0,0

0,0

0,0

0,0

2

Vlottende schuld

35,0

35,0

33,5

33,3

Contante gelden in kas

0,0

0,0

0,0

0,0

Tegoeden in rekening-courant

15,4

19,7

15,7

16,8

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0,0

0,0

0,0

0,0

3

Vlottende middelen

15,4

19,7

15,7

16,8

Toets kasgeldlimiet

4

Totaal netto vlottende schuld  

(2)- (3)

19,6

15,3

17,8

16,5

Toegestane kasgeldlimiet

(1)

22,2

22,2

22,2

22,2

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

(1) - (4)

2,6

6,9

4,4

5,7


De Wet Fido geeft aan dat de kasgeldlimiet niet mag worden overschreden. Indien een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, dient de toezichthouder daarvan middels een rapportage op de hoogte te worden gebracht en dient een plan te worden overgelegd waarin is vermeld hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is aan goedkeuring onderworpen. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden wordt in het eerste of tweede kwartaal geanticipeerd op het teniet doen van de overschrijding door het aantrekken van langlopende leningen.

Indien de overschrijding het gevolg is van incidentele wijzigingen in de inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld met betrekking tot de grondexploitaties kan aan de toezichthouder een ontheffing worden gevraagd.

In verband met de voorgenomen verkoop van de aandelen in Eneco Groep N.V. en de verwachte inkomsten hebben wij bij de Provincie Zuid-Holland ontheffing gevraagd voor de kasgeldlimiet gedurende het verkoopproces. Voor het jaar 2019 zijn wij vrijgesteld van de kasgeldlimiet. Dit ontslaat ons van de plicht om een langlopende lening aan te gaan, terwijl wij met de opbrengst een lening moeten aflossen. Als het verkoopproces doorloopt tot het jaar 2020 moeten wij opnieuw een gemotiveerde ontheffing indienen. Na afronding van het verkoopproces conformeren wij ons weer aan de kasgeldlimiet. Dit kan door inzet van de verkoopopbrengst voor aflossing van de kortlopende leningen. Als de verkoop van de aandelen niet doorgaat, dan trekken wij een nieuwe langlopende lening aan ter vervanging van de kortlopende financieringen.

ga terug