Jaarstukken 2018

Lokale heffingen

Beleid ten aanzien van lokale heffingen

Uitgangspunten beleid gemeentelijke heffingen
De tarieven van de algemene belastingen stijgen met het percentage berekend op basis van de consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS).

Bij het bepalen van de tarieven van de bestemmingbelastingen en de rechten is de maatstaf een maximaal 100% kostendekkend tarief op begrotingsbasis. Waar nodig wordt daaronder begrepen een aanvullend bedrag om noodzakelijke toekomstige vervangingsinvesteringen mogelijk te kunnen maken (fondsvorming).

De onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting   staan gezamenlijk vermeld op een gecombineerd aanslagbiljet. Voor deze belastingen is in 2018 ruim € 31,2 miljoen geheven.

Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
De Wet waardering onroerende zaken regelt de uniformering van de waardebepaling van onroerende zaken ten behoeve van de belastingenheffing door het Rijk (de belastingdienst), de gemeenten en de waterschappen. De gemeenten bepalen de waarden van de onroerende zaken in de gemeente en gebruiken deze voor de heffing van de onroerende-zaakbelastingen, de forensenbelasting en de BIZ-bijdrage. De gegevens van alle onroerende zaken in de administratie moeten voortdurend aansluiten bij de actuele marktontwikkelingen.

De WOZ-waarde voor 2018 wordt bepaald naar het prijsniveau op 1 januari 2017.
De WOZ-waarden worden aangeleverd aan de landelijke voorziening (LV-)WOZ. De Belastingdienst en de waterschappen gebruiken deze WOZ-waarden voor het heffen van rijksbelastingen resp. waterschapsbelasting.

ga terug