x € 1.000 | ||
Uitzettingen met een rentetypische looptijd van < 1 jaar | 31-12-2018 | 31-12-2017 |
a. Vorderingen op openbare lichamen | 1.352 | 959 |
c. Overige vorderingen | ||
- Debiteuren Sociale Zaken | 6.539 | 7.150 |
- Debiteuren Belastingen | 1.199 | 14.662 |
- Handelsdebiteuren | 3.839 | 4.685 |
- Overige debiteuren | 376 | 232 |
voorzieningen voor overige vorderingen | -3.566 | -16.666 |
d. Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar | 17.480 | 9.000 |
Totaal | 27.218 | 20.022 |
Toelichting op uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Ad c. Debiteuren Sociale Zaken
Het saldo voor de terugvorderbare leen- en verhaalbare bijstand bedraagt per 31 december 2018 € 6,5 miljoen. Hierop is een voorziening voor oninbaar opgenomen van € 3,2 miljoen. Vervolgens resteert per saldo een bedrag van € 3,3 miljoen.
Ad c. Debiteuren belastingen
Het saldo van openstaande opgelegde aanslagen bedraagt per 31 december 2018 € 1,2 miljoen. De voorziening voor oninbare bedragen debiteuren belastingen is vastgesteld op € 0,1 miljoen. Naarmate de aanslag langer openstaat wordt een hoger percentage van de aanslag opgenomen in de voorziening debiteuren belastingen. Per saldo is er een bedrag van € 1,1 miljoen.
Ad c. Handelsdebiteuren en overige debiteuren
Het saldo van de handelsdebiteuren en overige debiteuren per 31 december 2018 bedraagt € 4,1 miljoen. De voorziening oninbare bedragen is vastgesteld op € 0,3 miljoen. Per saldo is er een bedrag van € 3,8 miljoen.
Ad c. Voorzieningen voor overige vorderingen
In totaal is er voor € 3,6 miljoen voorzien voor de openstaande vorderingen.
Ad d. Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Op 15 december 2013 is verplicht schatkistbankieren van kracht gegaan voor decentrale overheden. Alle deelnemers aan het schatkistbankieren hebben een privaatrechtelijke rekening-courantovereenkomst met de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Agentschap. De inhoud van deze overeenkomst is niet onderhandelbaar en wordt eenzijdig door de Nederlandse Staat vastgesteld. Voor decentrale overheden betekent schatkistbankieren dat zij al hun overtollige middelen aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Dit houdt in dat geld en vermogen niet langer bij bijvoorbeeld banken buiten de schatkist mogen worden aangehouden. Overtollige middelen mogen alleen in rekening-courant en via deposito’s bij de schatkist worden aangehouden of onderling worden uitgeleend aan andere decentrale overheden.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) | |||||
Verslagjaar | |||||
(1) | Drempelbedrag | 1.956,03 | |||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 1.241 | 579 | 556 | 705 |
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 1.241 | 579 | 556 | 705 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | 715 | 1.377 | 1.400 | 1.252 |
Verslagjaar | |||||
(1) Berekening drempelbedrag | |||||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 260.804 | |||
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 260.804 | |||
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | - | |||
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 | Drempelbedrag | 1.956,03 | |||
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(5a) | Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) | 111.728 | 52.655 | 51.183 | 64.814 |
(5b) | Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (5a) / (5b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 1.241 | 579 | 556 | 705 |
Vanzelfsprekend blijven decentrale overheden volledig vrij in de besteding van hun middelen zonder dat het Agentschap daar enige vorm van toezicht op uitoefent of kan uitoefenen. De schatkist biedt geen leen- of roodstandfaciliteit aan. Voor het betalingsverkeer blijven decentrale overheden aangewezen op het bankwezen.